Toeristische informatie

Tsjechië heeft een rijk cultureel en historisch erfgoed. Praag is met recht zeer druk bezocht. Er zijn echter veel meer interessante historische steden, burchten en kastelen. Ook heeft het land verschillende mooie natuurgebieden.

Bergen en meren grote trekkers
De bekkenvormige laagvlaktes worden door gebergtes van elkaar gescheiden. Ten zuiden van het Ertsgebergte bevindt zich veel vulkanisch gebergte. De kuuroorden in dit gebied maken dankbaar gebruik van de vele minerale bronnen. Het nationaal park het Reuzengebergte, met veel naaldbomen, is het hele jaar door in trek bij toeristen. Door de laagvlakte stromen de rivieren. Ook zijn er vele meren die zich goed lenen voor recreatie en watersport. Het Boheemse Paradijs is de mooie naam voor een natuurgebied met grillige zandsteenrotsen.

Stad als openluchtmuseum
Praag heeft een enorme rijkdom aan historische en cultuurmonumenten. Rond de burchtheuvel met de St. Vituskathedraal ontdekt u in de vele steegjes paleizen, kerken en fraaie huizen. Het merendeel is achttiende-eeuws. In het oude centrum, de voormalige joodse wijk, trekken de synagogen en de statige huizen in eclectische bouwstijlen en Jugendstil vele bezoekers. Het westelijk deel van Tsjechië heeft vele kastelen en burchten. In Moravië treft u veel architectuur aan uit de Renaissance en barok.

 
Meisjes uit de Haná-regio, Centraal-Moravië.
© Tsjechisch Bureau voor Toerisme
Stadsbeeld.
 


Eten en drinken
Een verfijnde keuken zult u niet aantreffen, wel stevige kost zonder liflafjes. Op de menukaart staan veel vleesgerechten, vooral varkens- en rundvlees zijn populair. Er zijn veel overeenkomsten met de Zuid-Duitse en Oostenrijkse keuken. Zuurkool met worst of spek is zelfs in de zomer te krijgen. En dit alles tegen een meer dan redelijke prijs.

Geschiedenis
Al ver voor onze jaartelling leefden hier mensen. Van de vierde tot eerste eeuw voor Christus werd het land bevolkt door Keltische stammen. Voor de komst van de Slavische volken woonden er Germanen, terwijl ook de Romeinen korte tijd hun invloed hebben doen gelden. De Slaven, afkomstig uit het Europese deel van Rusland, kwamen pas in de vijfde eeuw. De Tsjechische stammen vestigden zich in het stroomgebied van de rivier de Moldau. Samen met de Slowaken, die in een oostelijker streek verbleven, werden ze verenigd binnen het Groot-Moravische Rijk. De Byzantijnen kerstenden dit rijk. In de 10e eeuw viel het rijk uiteen voor ongeveer 1.000 jaar. Na de Eerste Wereldoorlog werden beide landen herenigd in de republiek Tsjechoslowakije. In de periode na de Tweede Wereldoorlog had de Communistische Partij alle macht in handen. De Praagse lente, glasnost en perestrojka brachten grote veranderingen. In 1990 werden voor het eerst weer vrije verkiezingen gehouden. Drie jaar later werd de republiek opgesplitst in Tsjechië en Slowakije.
 

Vorige pagina | naar boven

Bron: ANWB ~ http://www.anwb.nl ~